Vakantie 2015 dag 9-12

5 augustus 2015 - Valle-di-Campoloro, Frankrijk

Dag 9 vrijdag 31 juli
Vandaag maar eventjes een rustdag. Gisteravond laat was de ambu nog bij ons op de camping. Wat er precies is gebeurd weten we niet, maar iets met een Duits kind. Op zich niet zo vreemd, want de voertaal hier is Duits en dan met name door een hele grote groep . Grote groepen jeugd, dat is bijna altijd garantie voor herrie en wc’s die viezer zijn normaal. Vanmorgen vroeg (slecht geslapen door de warmte) zat ik in de stoel, stapt de overbuurvrouw ineens uit haar tent. In haar slip en een strak gespannen shirt, was meteen helemaal wakker. Als ik nou naar een Doutzen had gekeken, dan had je me niet gehoord, maar helaas, verre van dat. Later op de dag was het helemaal feest, ze hees zich in een bikini. De vergelijking met een Duits hangbuikzwijn was snel gemaakt, verschrikkelijk. Zelf hebben we ook de nodige beperkingen, maar we proberen ze wel te verbergen. De hele dag hebben we zo’n beetje op de camping gehangen. Heerlijk onder onze boompjes, lekker te niksen. Halfweg de middag toch maar even een poging gewaagd op het strand, waarom staan we anders op deze camping?:) Parasol bleek meer kapot dan heel te zijn, dus het zag er eigenlijk niet uit. We zijn alleen maar het water in geweest. Nee,een beetje dom op het strand liggen is niet aan ons besteed. Veel te warm en overal zand vandaan moeten halen behoort ook niet tot onze meest geliefde bezigheden. Het zeewater was trouwens ook niet echt verkoelend, het was gewoon warm water. Denk, dat ik de afwas morgen maar in de zee ga doen. We zijn de camping alleen maar af geweest om boodschappen te doen bij de Eleclerc. Traditiegetrouw kunnen we er dan weer een tijdje tegen, kar vol dus. Au revoir et à demain!

Dag 10 zaterdag 1 augustus
Nou, de eerste dag van de maand augustus al weer, time flies when you have fun. De gehele dag op onze reet zitten bij de tent kunnen we niet, dus hebben we voor vandaag maar een route uitgestippeld naar het noorden, Cap Corse. Nou ja op zich viel er weinig uit te stippelen, want zoveel wegen zijn hier niet. Deze weg gaat geheel langs de kust, met voortdurends uitzicht op de immense rotspartijen en prachtige baaien. We zijn menig huisje tegengekomen, waarbij we zoiets hadden van, nou als……”De meeste dromen zijn bedrog” zong ooit iemand. Het weer was vandaag iets minder dan we gewend waren, bewolkt, maar de temperatuur was nog steeds goed. Meteen in het begin van onze route, vlak onder Bastia, ligt het Etang de Biguglia. Dit is een natuurreservaat, waar wel 100 vogelsoorten leven en waar ook nog eens 60 soorten trekvogels een tussenlanding maken. Je zou er eveneens moerasschildpadden tegen kunnen komen. Toch een prachtig vooruitzicht voor personen, die dieren fotograferen als hobby hebben. We hebben daar een tijdje rondgereden, maar een fatsoenlijk pad er naartoe of een kijkhut zijn we niet tegengekomen. Voortdurend het fototoestel in de aanslag, maar verder dan een klauwier en een paar meerkoeten is Marc niet gekomen. Zeer teleurstellend en achteraf zonde van onze tijd geweest. Een heel klein goedmakertje was de cache, die we hier hebben gevonden. Onze weg dus maar weer vervolgd, hopende op betere tijden. Diverse malen zijn we gestopt bij uitzichtpunten en niet-uitzichtpunten, want ja soms valt het oog op iets, terwijl er geen plaats is om te stoppen. Kan jullie mededelen, dat met M & M in de auto, dit regelmatig voorkomt. Marja had uiteraard van tevoren al uitgezocht, dat er langs de gehele route (westkust omhoog en oostkust naar beneden) diverse caches te vinden waren. In het prachtige plaatsje Brando zat er ook eentje verstopt. Na de auto te hebben geparkeerd, moesten we door smalle straatjes naar een oude Genuese toren lopen. Er zijn er in totaal nog 67 op het eiland. Marc heeft even moeten klimmen en klauteren om bovenop de toren de cache te bemachtigen. Weer naar beneden, fotootje maken van het gevonden voorwerp en weer naar boven om hetzelfde weer te verstoppen. Zwaar leven heeft die Marc. Aangekomen in Maccinaggio (ongeveer halverwege), bleek, dat de tijd sneller voorbij ging, dan we hadden gedacht en gehoopt. Desondanks hebben we toch een terrasje gepikt, want aan de inwendige mens denken, kun je wel aan ons overlaten. Keuze genoeg en uitgerekend wij zijn weer bij de verkeerde gaan zitten. Het ging ons niet om een complete maaltijd, maar gewoon een drankje met een klein hapje. Bitterballen hebben ze hier niet, maar de crêpes en het typische Corsicaanse gerecht prisuttu (kastanjehout gerookt rauwe ham van wilde varkens) met meloen ging er wel in. Dat was het probleem ook niet, maar de chagrijnige serveerster en de over datum cola (stom stom is in Frankrijk sowieso niet te zuipen) verpestte het geheel behoorlijk. Terwijl we daar zaten begon het langzaamaan te druppen, zodat we besloten om de tocht op een andere dag af te maken en nu dezelfde weg terug te rijden. Op de parkeerplaats zagen we het klepje van het tanken open staan, bleek, dat deze domkop de dop er niet op had gedraaid. Dus ook maar weer langs de pomp gereden en we hebben van de vriendelijke bediende gewoon een andere gekregen, ondanks dat onze tankerij toch al een mooi tijdje verleden tijd was. Maar terwijl we dus terugreden begon het ongelooflijk te plenzen. We weten niet wat die mensen daar dondergod Donar allemaal hebben aangedaan, maar de sluizen werden boven compleet open gezet. Dit resulteerde in een lastige terugreis, want het was ook nog eens een keer hobbel de bobbel. De putjes konden al het water niet aan en er ontstonden grote waterplassen op diverse delen van ons parcours. Meer dan langzaam rijden en heel voorzichtig alle bochten nemen konden we niet, dus het heeft even geduurd voor we weer terug op de camping waren. Onderweg zijn we ook diverse pompiers tegen gekomen. Visioenen over hoe alles zeiknat zou zijn geregend zweefden door onze kop, maar er was op de camping geen drup gevallen. Hoe zo plaatselijk? Marc heeft vanavond “Macaroni Bolognese a la Marc” klaargemaakt. Excellent!!  Au revoir et à demain!

Dag 11 zondag 2 augustus
Voor vandaag ook een leuk ritje voor de boeg, van Oost naar West, naar de hoofdstad Ajaccio. Deze plaats met 65000 inwoners is vooral bekend als geboorteplaats van de ons welbekende Napoleon Bonaparte. Op de heenreis hier naartoe moesten we door een heel ander Corsica dan we inmiddels gewend waren, een compleet andere wereld. Hoge bergen en diepe dalen, maar allemachtig prachtig. Regelmatig passeerden we een Genuese brug of reden er zelfs nog overheen. De naam is afkomstig uit de tijd, dat deze personen het hier voor het zeggen hadden. Tijdens een van de afdalingen moesten we ineens vol in de ankers, een overstekende familie wilde varkens. Mooi voor de foto en een volwassene keek zelfs recht in de lens. Dit prachtige verschijnsel kan natuurlijk alleen maar voorkomen in de binnenlanden en niet in de kustgebieden. Tenzij onze overbuurvrouw oversteekt natuurlijk.:) Als je Ajaccio inrijd valt meteen de prachtige haven op. Azuurblauw water met al die bootjes en de schittering van de zon, maakte dit tot een geweldig aanblik. Ook het stadje zelf straalde meteen levendigheid uit met gezellige smalle straatjes en uiteraard enorm veel terrasjes. De auto hebben we geparkeerd op loopafstand van al dit alles. Bij het oprijden hadden we geen kaartje gehad, maar ons kenteken werd gewoon gescand. Bij het afrekenen kenteken invoeren en voila. Om alles een beetje goed te kunnen zien, hebben we een kaartje gekocht voor het toeristentreintje. Ach, was wel leuk. Onderweg stopte de chauffeur een kwartier bij het monument van Napoleon. Bovenaan een lange trap stond een groot beeld van de beste man. Iedereen maakte foto’s uit alle rangen en standen, maar wij niet. Er lag namelijk ook een cache verstopt en daar hebben wij dus, hoe triest eigenlijk, bijna de gehele tijd aan besteed en ook nog niet eens gevonden. De belangrijkste plekken hebben we tijdens ons ritje in ieder geval gezien. Het zat wel lekker na zo’n lange reis, maar niet alle informatie hebben we opgeslagen. Dan kijk je wat om je heen en dan hadden we het verhaal over de citadel of het geboortehuis van Napoleon al weer gemist. Na dit tochtje zijn we in de haven op een terras gaan zitten en werden we eigenlijk meteen aangesproken door een Nederlands ouder echtpaar. Wij waren de eerste landgenoten, die ze in anderhalve week Corsica waren tegengekomen. Of ze logeerden in een klooster of ze logeerden bij de geiten in de bergen, maar volgens mij hadden ze gewoon aandacht tekort. We ontmoeten inderdaad minder landgenoten dan normaal, maar op de camping, in elk stadje, onderweg of in een supermarkt komen we ze altijd wel tegen. Zelfs op de markt in Ajaccio en daar waren we toen nog maar net. Het type Nederlander wat hier doorsnee komt rijden in toch wel iets nieuwere auto’s dan wij hebben. Drie letters in het midden en ze mogen graag gezien worden. Zelf zijn we na het terrasje nog even een paar straatjes door gelopen om vervolgens met de auto nogmaals naar het monument van Napoleon te rijden, die cache moest en zou gevonden worden. Even rustig alle aanwijzingen op ons in laten werken en Marc had meteen in het snotje waar hij moest zijn. Na het bezoek aan deze mooie stad zijn we via een iets andere weg terug gereden, want ook in de binnenlanden is onderweg genoeg te beleven. De wegen gingen nog steeds slingerend door het landschap en de uitzichten waren nog steeds mooi. In het plaatsje Tolla was het best wel druk en dat voor zo’n gehucht. Bleek, dat er aan onze rechterkant een enorm meer was, ontstaan door de aanleg van een stuwdam. Zo had elk plaatsje waar we doorkwamen wel een heel verhaal, zo ook Bastelica. Het plaatsje met 7 huizen, een kerk en een kroeg bleek het geboortedorp te zijn van Sampiero Corso, een dappere Corsicaanse strijder tegen het regime van Genuezen. Er reed zelfs een treintje rond, waarbij wij ons dus afvroegen waar ze in hemelsnaam dan allemaal gaan kijken. In Bocognano was de Cascade du Volie de la Marlée oftewel in gewoon Nederlands de Bruidssluierwaterval. Er moest een behoorlijke steile wandrace voor worden afgelegd en dan ben je er eindelijk, heb je leuk uitzicht, maar moet je (logisch) aan de andere kant weer naar beneden om bij het water te kunnen komen. Marc en ik hebben de afdaling ingezet om het van dichtbij te kunnen bekijken. Marc heeft zelfs nog onder het ijskoude bergwater gestaan. Marja bleef boven, want er lag daar ook een cache verstopt en ook deze kunnen we op ons lijstje bijschrijven. Door de bergen loopt dan ook nog wel een spoor, al moet ik wel bekennen, dat ik nog geen trein heb kunnen traceren op dit eiland. Grappig was wel, dat er een klein station was in the middle van helemaal niks. Alleen maar bush bush. Wellicht kunnen de varkens daar op de trein springen. Al rijdende kijken we uiteraard voortdurend om ons heen en het viel op, dat er best wel veel stront op de weg lag. Voordat we er eigenlijk goed en wel over na konden denken stonden en lagen er een aantal koeien midden op de weg. Aan de kant gaan kwam niet in hun woordenboek voor, maar we konden er nog net tussendoor. Even later opnieuw loslopende koeien, maar die waren teleurgesteld. Ze wilden graag op het terras zitten, maar het restaurantje was dicht. Inmiddels hadden we al besloten om ergens onderweg iets te gaan eten en in Vivariu leek het ons wel gezellig. De auto geparkeerd via een heerlijk steil weggetje en even later zaten we tussen de plaatselijke bevolking onze gerechten naar binnen te werken. Marc en Marja entrecoteschoenzool en ik de vis St.Pierre (ach Dory uit Nemo), maar ze smaakte wel. Na de varkens en de koeien kregen we hier te maken met loslopende honden. Schooien kunnen ze hier ook. Het werd zo langzamerhand al steeds donkerder, dus we waren na deze toch wel enerverende dag pas om 21.45 uur terug op de camping. Douchen, typen en slapen. Au revoir et à demain!

Dag 12 maandag 3 augustus
Na 2 dagen de hort op, leek het ons vandaag wel weer verstandig om een rustdag in te gelasten. Lekker relaxed bij de tent hangen en alles net even iets later doen, dan je normaal zou doen. We waren er inmiddels achter, dat de Duitse jeugd behoort bij een jeugdvereniging. Christelijk, hoe kan het ook anders. Ja en als je ze dan wat beter gaat bekijken, dan straalt een behoorlijk deel dat toch ook wel uit. Aan dit tripje zal Onze Lieve Heer toch ook wel het nodige hebben bijgedragen. We zouden halverwege ons verblijf alhier ook nog verkassen, maar dat gaan we niet doen. Ondanks het feit, dat al het sanitair eigenlijk niet echt je van het is, hebben de mooie plek en Wifi bij de tent toch de doorslag gegeven. Grootste gedeelte van de tijd zijn we er toch niet eens en bovendien is het tarief ook niet verkeerd. Als je dan wat rondloopt op de camping, zie je toch wel, dat veel dingen gebrek aan onderhoud is. Ze hebben een zwembad, maar dat is dicht, vanwege controle-achterstand (!!) Al moet ik wel zeggen, dat een camping, zo dicht gelegen bij de zee, absoluut geen zwembad nodig heeft. Misschien wel lekker, maar deze wordt toch alleen maar gebruikt om al je strandzand te lozen. De pingpongtafel idem dito. Het netje is vervangen door een los staande plank en dat geeft verder ook niks, maar aan de grond erom heen is ook helemaal niets gedaan. Een restaurantje wat niet uitnodigt, nee wat dat betreft is het allemaal wat aftands. Jammer jammer jammer, maar we maken daar toch heel weinig gebruik van. Nog wel even op het strand geweest en even lekker afgekoeld in de zee. Lukte nu wel, het water voelde ook wat koeler aan. Traditioneel hebben we op deze dag, vanwege de verjaardag van mijn vader, onszelf getrakteerd op een lekker stukje gebak. Er zijn heel wat jaren geweest, dat we qua taart de verkeerde keuze hadden gemaakt, maar dat was nu zeker niet het geval. Au revoir et à demain!